Na een bewogen week voor uw verslaggever (voor degenen die niet weten waar ik het over heb, raad ik aan de Schager media even te lezen), moest het eerste aantreden tegen het sterke Castricum. Voor mij persoonlijk een bijzondere wedstrijd omdat ik voor het eerst in mijn relatief jonge schaakcarrière op het eerste bord van het eerste team mocht plaatsnemen.
Tot zover de beslommeringen vooraf. Nu waar het echt om gaat, de wedstrijd: Deze begon redelijk onduidelijk. Enrico kwam op bord 3 met wit na een vreemde zetverwisseling in een Albin-tegengambiet terecht. Enrico was niet op de hoogte van de fijnzinnigheden van deze opening (voor de liefhebbers een recent stuk van Herman Grooten: (http://schaaksite.nl/page.php?al=begrijp-wat-u-doet-gambiet-4-het-albins-tegengambiet). Hij speelde 5.a3, waarmee hij blijkbaar zijn tegenstander ook van slag bracht, want deze antwoordde met het minder bekende 5…a5. Enrico deed hierna echter een paar slechte zetten en concludeerde zelf na ongeveer 10 zetten: “Ik sta beroerd”.
Op bord 6 speelde Aart met zwart tegen Hans Leeuwerik. De vorige wedstrijd was Aart de enige dissonant door als enige te verliezen, dus was het tijd om dat goed te maken. Hij kreeg al vroeg in de partij een loperoffer op h7 om de oren. Toen ging Aart in de denktank en vond een uitstekende verdediging. Hij bleef een stuk voor, maar moest blijven oppassen voor allerlei tactische ingewikkeldheden.
De partij die als eerste af was werd gespeeld op bord 7 tussen Jos en Piet van Wonderen. Zij concludeerden dat zij de vorige keer ook al tegen elkaar speelde en van Wonderen herinnerde zich dat hij die pot had gewonnen (in het seizoen 2009-2010 gebeurde dit inderdaad). Oftewel genoeg reden voor Jos om revanche te nemen. Het werd een interessante open pot met dreigingen over en weer. Normaal gesproken een kolfje naar de hand van Jos, maar een kleine onoplettendheid van Jos zorgde ervoor dat Piet onder de druk uit kon komen, waarna in een ongeveer gelijke stelling tot remise werd besloten.
Het tweede halfje kwam op naam van Enrico, die zoals wel vaker, een slechte stelling wist om te buigen en zelfs een pion voor kwam, maar door de activiteit van de zwarte stukken was hier niet meer te halen dan een remise, wat de stand op 1-1 bracht.
De eerste beslissende pot was die van Wim Boom. In een Wolga bleef Wim de witte stelling zoals gebruikelijk over de dame-vleugel onder druk zetten zodat zijn tegenstander een pion verloor bij aanhoudende druk, wat Wim resoluut uittikte.
Ook het volgende volle punt kwam op naam van M.A.C. 1. Aart bleef zeer rustig zijn stelling verdedigen en op het moment dat alle dreigingen uit de stelling waren verdwenen kon zijn tegenstander weinig anders dan de handdoek in de ring werpen en concluderen dat het loperoffer iets te hoog gegrepen was.
Bij Siem was er ondertussen geen houden meer aan. Zijn tegenstander speelde een zeer behouden systeem (het aantal pionnen op de zesde rij was op een gegeven moment niet meer op één hand te tellen), en Siem bleef zijn stukken vooruit dirigeren. Hierdoor ontstond een gecompliceerde stelling in het centrum. Na een aantal slagzetten zorgde een simpele ‘uitschakelen van de verdediger’ voor stukverlies van Siem. Hij speelde nog even tevergeefs door, maar laten we voor hem hopen dat zijn strijd buiten het bord (voor details verwijs ik weer naar de lokale media) meer zin heeft.
Marcel speelde op het laatste bord een keurige gestructureerde partij. Hij kreeg controle over de c-lijn en zijn tegenstander had een geïsoleerde d-pion. Een stelling die Marcel normaal gesproken wel naar een goed einde zou kunnen brengen dus. Maar na een onnauwkeurigheidje wist zijn tegenstander zijn geïsoleerde d-pion om te zetten tegen een gedekte vrije c-pion. Wel ging dit ten koste van een pion. Marcel ging dan ook vol vertrouwen in op een eindspel, maar moest vanwege allerlei matdreigingen zijn stukken zeer ongelukkig neerzetten. Mede door de dreiging van de vrijpion moest het paard naar het zeer slechte veld h5, waar hij volledig gedomieerd werd door de loper op e5. Wit had hiervan kunnen profiteren met een winnende koningsmars, maar hij dacht dat dat niet kon omdat het paard anders zou ontsnappen en bood daarom maar remise aan.
De stand was dus ondertussen 3½-2½ in het voordeel van de Combinatie. Alleen bord 1 en 2 speelden nog. Naast mij op bord twee speelde Wim Smit tegen tweevoudig Nederlands Kampioene (in ‘84 en ’86) Heleen van Arkel-de Greef. Wim kwam na een Franse opening vrij gedrukt te staan. Hij bleef echter heel kalm en leek goede zetten te doen. Na de tijdcontrole leek er nog steeds weinig aan de hand, maar zelf wat creëren zat er niet in. Wat dat betreft lijkt het wel wat op het Ajax van de afgelopen weken. Niks aan de hand, maar op het moment suprême toch een kans weggeven en verliezen. Zo ook bij Wim, die het in uiterste tijdnood niet kon bolwerken en door zijn vlag ging.
Op dat moment was er dus nog één partij bezig en dat was de mijne. Na de opening leek het dat mijn stelling tegen Sander Mossing Holsteijn erg prettig was. Ik ruilde mijn zwakke stukken af en kreeg spel op de dame-vleugel. Maar door even niet goed op te letten kon mijn opponent uit het niets zijn paard offeren op g2. Hij kreeg deze echter meteen weer terug en hield een gevaarlijke aanval over. Ik moest nog een pionnetje geven om de aanval af te slaan, maar met twee pionnen achter is het moeilijk spelen. In het teambelang speelde ik uiteraard door, maar na de tijdcontrole werd het eigenlijk alleen maar uitzichtlozer. Ik verloor nog een pion en besloot toen om nog iets van spel te krijgen nog maar een pion te geven om een vrijpion te creëren. Deze vrijpion bleek zo lastig dat hij zijn toren offerde tegen mijn paard. Hiermee bleef echter een stelling van toren tegen loper en 4 vrijpionnen over. Alsnog een hopeloze opgave voor mij, maar met beide minder dan 3 minuten weet je het nooit. En het onwaarschijnlijke geschiedde. Hij gaf de ene na de andere pion weg en zodoende bleef er alleen een toren versus loper+pion eindspel over. Een felbevochten, maar onverdiende remise dus, maar wel de 4-4 waardoor het Eerste bovenaan blijft staan in Klasse 1A.
01-11-2013 | Castricum | – | Magnus-Anna Paulowna Comb. | 4 – 4 | ||||
1 | 8120893 | Sander Mossing Holsteijn | 2004 | – | 8157237 | Jan-Pjotr Komen | 1813 | ½-½ |
2 | 8276719 | Heleen van Arkel-de Greef | 2076 | – | 6966366 | Wim Smit | 1841 | 1-0 |
3 | 7294551 | Eric van der Klooster | 1881 | – | 7227462 | Enrico van Egmond | 2139 | ½-½ |
4 | 7801090 | Piet Kuijs | 1802 | – | 7196013 | Wim Boom | 2109 | 0-1 |
5 | 7137988 | Wouter Beerse | 1844 | – | 6050891 | Siem Roet | 1941 | 1-0 |
6 | 7245447 | Hans Leeuwerik | 1768 | – | 6106540 | Aart Strik | 1681 | 0-1 |
7 | 6135085 | Piet van Wonderen | 1831 | – | 6430325 | Jos Hendriks | 1760 | ½-½ |
8 | 6036250 | Wim Pool | 1676 | – | 8299610 | Marcel Scholten | 1635 | ½-½ |
1860 | 1864 |